Nieuwe wetgeving verandert het speelveld voor flexwerkers en werkgevers

De regels rond uitzenden en flexwerk staan op het punt om flink te veranderen. Vanaf 2026 voert de overheid nieuwe wetten in en er komt een nieuwe cao voor uitzendkrachten met grote wijzigingen. Wijzigingen met een grote impact. Flexwerkers krijgen meer zekerheid, schimmige constructies verdwijnen en alleen bureaus die hun zaken goed op orde hebben, mogen nog uitzenden.
Voor werkgevers, uitzendkrachten én uitzendbureaus zijn de gevolgen groot. Bij AB Werkt bereiden we ons voor op deze veranderingen, zodat we kunnen blijven doen wat je van ons gewend bent.
Waarom deze veranderingen?
De afgelopen jaren is er veel maatschappelijke en politieke discussie geweest over flexwerk. Flexibele arbeid is belangrijk voor een wendbare economie, maar het mag er niet toe leiden dat mensen geen zekerheid hebben over hun werk of inkomen. Toch gebeurde dat te vaak. Denk aan onvoorspelbare roosters, nul-urencontracten zonder inkomenszekerheid en malafide bureaus die zich niet aan de regels houden. De nieuwe wetten moeten dit aanpakken. Flexwerk blijft mogelijk, maar onder betere én eerlijkere voorwaarden.
1. Meer zekerheid voor flexwerkers
Met het wetsvoorstel Meer zekerheid voor flexwerkers wil de overheid het verschil tussen vast en flexibel werk verkleinen. Dat betekent onder andere:
Geen nulurencontracten meer
De bekende ‘oproepcontracten’ verdwijnen. Werkgevers moeten in het contract een vast aantal uren per week of maand opnemen. Ze mogen iemand dus niet meer oproepen zonder duidelijke urengarantie. Alleen voor scholieren en studenten blijft het nulurencontract mogelijk, omdat zij vaak onregelmatig beschikbaar zijn. Ook voor uitzenden blijft er in Fase A een uitzondering gelden.
Tijdelijke contracten worden begrensd
Iemand die korte tijd werkt, stopt, en daarna opnieuw begint met een vers tijdelijk contract, zit in een zogeheten ‘draaideurconstructie’. De Wet Meer Zekerheid Flexwerkers ontmoedigt deze manier van werken door de pauze tussen contracten te verlengen. Van zes maanden naar vijf jaar. Zo worden mensen sneller geholpen aan werk met meer perspectief.
Aanpassing van het fasensysteem bij uitzenden
Fase B wordt verkort van 6 contracten in maximaal 3 jaar naar 6 contracten in maximaal 2 jaar
Gelijke beloning voor uitzendkrachten
Een van de belangrijkste veranderingen: uitzendkrachten krijgen voortaan arbeidsvoorwaarden die gelijk zijn aan die van vaste collega’s in een vergelijkbare functie. Hiervan kan alleen bij cao afgeweken worden. De nieuwe ABU-cao heeft hierin voorzien door gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden af te spreken in plaats van gelijke arbeidsvoorwaarden. Lees hier meer over bij de toelichting op de ‘nieuwe cao voor uitzendkrachten vanaf 2026’.
2. Uitzenden alleen nog met vergunning
Vanaf 1 januari 2027 treedt de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WTTA) in werking. Deze wet stelt twee harde eisen: alleen uitzendorganisaties met een officiële toelating mogen nog arbeidskrachten beschikbaar stellen én werkgevers mogen alleen nog arbeidskrachten inhuren van officieel toegelaten arbeidsorganisaties.
Deze wet is bedoeld om malafide bureaus van de markt te weren. Organisaties die geen juiste lonen betalen, mensen niet inschrijven, slechte huisvesting bieden of regels omzeilen, krijgen geen toelating meer. Zo blijven alleen professionele en betrouwbare uitzenders over.
Goed om te weten: AB Werkt voldoet ruimschoots aan de eisen en bereidt zich nu al voor op deze toelating. We blijven dus een betrouwbare partner – ook in 2027 en daarna.
3. Nieuwe cao voor uitzendkrachten vanaf 2026
Om aan te sluiten op de nieuwe wetgeving geldt er vanaf 1 januari 2026 een nieuwe en aangepaste cao voor uitzendkrachten. Deze is afgesloten door de brancheorganisatie ABU – waar AB Werkt bij is aangesloten -, de NBBU en vakbond LBV. Hieronder staan de vier grootste veranderingen ten opzichte van de huidige cao.
Gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden worden verplicht
Vanaf 1 januari geldt er voor uitzendkrachten een gelijkwaardig arbeidsvoorwaardenpakket aan dat van werknemers die bij de inlener zelf in dienst zijn. Gelijkwaardig betekent in deze context dat niet alles exact hetzelfde hoeft te zijn, maar dat de totale waarde van het arbeidsvoorwaardenpakket gelijk moet zijn.
Nieuwe pensioenregeling
De basisregeling bij Stipp verdwijnt en de totale premie gaat omhoog naar 23,4% van het pensioengevend loon, waarvan 15,9% voor rekening van de werkgever. Zo bouwen uitzendkrachten allemaal evenveel én meer pensioen op dan nu.
Overgangsregelingen
Flexwerkers die er tijdelijk op achteruitgaan, doordat oude arbeidsvoorwaarden uit de ABU-cao gunstiger zijn dan de nieuwe gelijkwaardige beloning (bij dezelfde plaatsing), krijgen een overgangsregeling van zes maanden. De vakantiedagen en vakantiegeld blijven in deze periode dan hetzelfde als voor 1 januari. Ook voor lopende arbeidsongeschiktheidsgevallen per 1 januari geldt een overgangsregeling. Zo voorkomen we dat mensen direct de gevolgen voelen van systeemwijzigingen.
Nieuwe spelregels, nauwere samenwerking
De veranderingen hebben gevolgen voor iedereen die met uitzendkracht werkt. Uitzendorganisaties, zoals AB Werkt, krijgen extra verplichtingen. Bedrijven die uitzendkrachten inzetten, worden nauwer betrokken bij het vaststellen van arbeidsvoorwaarden. We geloven in transparantie en begeleiden de werkgevers én uitzendkrachten dan ook stap voor stap.